Dagboeken
(Bron: http://jongeacademie.be/dagboeken/)
Liefste dagboek… van een materiaalwetenschapper.
14/03/2014 door Kim Verbeken
De leden van de Jonge Academie houden beurtelings een dagboek bij. Elk van hen belicht een ander aspect van het leven van een wetenschapper: het schrijven aan een tekst, peer-review, onderwijs, veldwerk, archiefwerk, enz. Maar behalve wetenschapper, onderzoeker en professor, zijn de leden van de Jonge Academie ook vriend, collega, moeder, vader, enz. In de dagboeken leest u hoe het leven van een wetenschapper er ècht uitziet. Maandelijks publiceren we een nieuw dagboek.
Ik balanceer op de rand van de brug. De avondzon straalt aan de horizon en een lichte bries waait me tegemoet. Spring ik? Die vraag gaat door mijn hoofd. Mijn hart gaat tekeer. Er is moed en durf voor nodig om te springen, bedenk ik. En misschien wel net zoveel durf om toe te geven dat ik misschien wel liever niet spring.
Plots wordt de film van de dag in sneltreinvaart terug in mijn hoofd afgespeeld. Ik had opnieuw een hectische dag vandaag, hoewel het vrij goed begon.. Deze ochtend gaf ik les aan de studenten eerste bachelor burgerlijk ingenieur; de inleidende cursus rond materiaalkunde. In deze cursus leren de studenten de basisbegrippen rond materialen. Ik leer hen onder andere begrijpen waarom een materiaal breekt of vervormt, hard of net zeer elastisch is, en zelfs hoe je de eigenschappen van het materiaal kan sturen in de richting die jij zelf wil. Het is een cursus die ik heel graag doceer, ook al kruipt er enorm veel tijd in de voorbereiding van de lessen. Tijdens mijn eerste jaar aan de UGent zat ik trouwens in exact dezelfde leszaal. En ik had toen niet het minste vermoeden dat ik daar ooit zelf zou staan, voor een groep van meer dan 300 studenten. Als kers op de taart doceer ik deze cursus dit jaar trouwens aan studenten die geboren zijn tijdens het jaar dat ik zelf in eerste bachelor zat. Lid zijn van de ‘Jonge’ Academie is soms relatief!
Deze ochtend viel vooral op hoe aandachtig de studenten waren. Het was muisstil in het auditorium toen ik de studenten uitlegde waarom in januari 1986 het ruimteveer Challenger ongeveer 1 minuut na opstijgen ontplofte. Ook al dateert dit verhaal uit tijden zonder ipads en ipods, zonder facebook of twitter, het boeit hen. Het antwoord op de vraag willen ze weten en begrijpen. En stap na stap breng ik hen tot het juiste antwoord: door de uitzonderlijk koude nacht (naar de normen van Florida althans) hadden de rubberen dichtingen van de brandstoftanks hun flexibiliteit verloren. Dit veroorzaakte een brandstoflek, met alle noodlottige gevolgen van dien…
Na de les was ook de rest van de dag vol gepland. Rond de middag kwam een industriële partner langs. Als materiaalkundigen bestuderen wij hoe de omgeving waarin je een metaal gebruikt ervoor kan zorgen dat het materiaal degradeert, corrodeert, of zelfs veel sneller scheurt of breekt dan verwacht. Materiaalproducenten zijn uiteraard benieuwd onder welke omstandigheden hun materiaal er snel op achteruitgaat. Immers, een onvoorspelbare of onvoorziene breuk is voor niemand interessant; niet voor de gebruiker, niet voor de producent. Als wij dan ook nog kunnen aangeven waarom het materiaal degradeert en hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen, is het uiteraard een win-win situatie voor iedereen. De industriële partner die deze middag naar onze onderzoeksresultaten luisterde, leek alvast heel tevreden, en samen startten we meteen enkele ideeën voor nieuwe onderzoekspistes op. Helaas bleek het financieren van die ideeën een pak minder evident. De economische crisis…
De rest van de namiddag werd ingevuld met het analyseren en bespreken van de nieuwe resultaten van een doctoraatsstudent en het verwerken van de vele mails in mijn mailbox. De doodles voor nieuwe vergaderingen kwamen me tegemoet en ik kreeg het nieuws dat er heel wat opmerkingen waren bij één van de publicaties die we recent hadden ingediend. Het gaf een wrange nasmaak aan de werkdag, maar ik bleef vast overtuigd van onze observaties en analyses. En met dat gevoel was ik uiteindelijk in mijn wagen gestapt en hierboven terechtgekomen.
In de stralende avondzon besluit ik dan toch de sprong te wagen. Ik ben klaar voor het onbekende en bereid me voor op de toenemende windsnelheid en het bevrijdende gevoel dat ongetwijfeld mijn deel zal zijn. “Kim,” hoor ik plots, terwijl er op mijn schouder wordt getikt. “Ik had je iets gevraagd”. Ik draai mij in de richting van de stem. “Was je weer in gedachten verzonken?” vraagt mijn vrouw met een glimlach. “Is deze prachtige ballonvlucht niet voldoende om van te genieten?” “Ja, zeker en vast voldoende,” zeg ik, van de bungeesprong recht terug naar mijn ballonmand. “Een prachtig uitzicht, echt waar.” Mijn vrouw kent mijn verstrooidheid gelukkig al langer. Dat hoort zo bij een professor, geef ik steevast – met een knipoog – als excuus.
Terwijl ik mijn echtgenote omarm, keren mijn gedachten alweer ongehinderd terug naar de bungeesprong. Ik weet eigenlijk niet of ik de sprong effectief zou durven wagen. Maar ik blijf mij wel afvragen: wat zijn de materiaalkarakteristieken van die elastiek? Het antwoord ligt niet voor de hand. Ongetwijfeld bestaat het uit een mooi samenspel van verschillende materiaaleigenschappen. Ik bedenk meteen dat ik die vraag perfect zou kunnen verwerken in één van mijn volgende lessen.